De brug
Ga op de rug liggen, benen geplooid, voeten plat op de grond en de volledige wervelkolom in contact met de grond.
Je heupen, knieën en voeten op één lijn en je armen langs je lichaam.
Hef je bekken op, maar houd met je schouderbladen contact met de grond. Let erop dat je knieën, heupen en schouders op één lijn blijven.
Houd deze positie vijf seconden aan en laat je bekken dan langzaam weer naar de grond zakken. Doe drie reeksen van tien oefeningen, met telkens een minuut pauze ertussen.
Met deze oefening versterk je voornamelijk je heupstrekkers (bilspieren en hamstrings) en stabiliseer je het heupgewricht.