Problemen met osteopenie? Vijf tips om erger te voorkomen.
- 28/02/2020
- Vitaminen en mineralen
- Calcium
Osteopenie – dat osteoporose voorafgaat - is een vervelende ouderdomskwaal die erg nare gevolgen kan hebben. Maar liefst een derde van de vrouwen en zowat één op vijf mannen krijgen in de herfst van hun leven te maken met breuken of wervelverzakkingen die het gevolg zijn van osteoporose of botontkalking.
____________
In dit artikel wordt dieper ingegaan op:
Wat is osteopenie?
Osteopenie is een aandoening die ongemerkt het skelet aantast en de botten verzwakt. De calciumvoorraad in onze beenderen wordt continu aangevuld en weer afgebroken.
Tot we 30 à 35 jaar zijn wordt er meer calcium opgenomen dan er verdwijnt. Rond die tijd bereiken onze botten dan ook hun ‘piekbotmassa’, het punt waarop ze het meest calcium bevatten en op hun sterkst zijn.
Vanaf ons vijftigste levensjaar wordt het voor ons lichaam moeilijker calcium op te nemen uit voeding en nieuwe botmassa aan te maken, zodat de botten almaar brozer en poreuzer worden.
Dit proces van botontkalking - dat voorafgaat aan het stadium van osteoporose - noemt men ook wel osteopenie. Hoe ouder je wordt, hoe meer botmassa er verloren gaat en hoe groter het risico op botbreuken wordt.
Wat zijn de oorzaken van osteopenie?
Osteopenie en leeftijd
Tot we zo’n 30 à 35 jaar oud zijn maakt het lichaam meer bot aan dan er verdwijnt. Op dat moment zijn onze beenderen het stevigst. Daarna neemt het lichaam minder gemakkelijk calcium op uit voeding en gaat de afbraak van bot sneller dan de aanmaak ervan.
Ouder worden betekent dus onvermijdelijk ook dat je botten minder sterk worden. Vrouwen die uit de menopauze komen zijn extra gevoelig voor problemen met osteopenie en osteoporose: doordat hun oestrogeengehalte daalt maken ze veel minder gemakkelijk nieuw bot aan.
Osteopenie en voeding
Een ongezond dieet met te weinig calcium en vitamine D kan ervoor zorgen dat het proces van botontkalking wordt versneld. Het is dus cruciaal ervoor te zorgen dat je deze vitamines en mineralen genoeg op het menu zet.
Om je een idee te geven: een gezonde volwassene heeft ongeveer 950 mg calcium per dag nodig. Jongeren die in de puberteit zitten en aan het groeien zijn, hebben wat meer nodig: 1150 mg.
Osteopenie en levensstijl
Je levensstijl kan een oorzaak van osteopenie zijn. Zo veroorzaakt een langdurig gebrek aan beweging botontkalking - bewegen stimuleert immers de aanmaak van nieuw botweefsel. Kom je niet vaak buiten? Dan maak je misschien te weinig vitamine D aan, waardoor calcium minder goed in je lichaam wordt opgenomen.
Ook wie rookt of meer dan drie glazen alcohol per dag drinkt heeft een verhoogde kans op problemen met osteopenie. Tot slot zet wie veganistisch of lactosevrij eet en dus weinig of geen calcium uit zuivel haalt, best genoeg andere calciumrijke voeding op het menu.
Wat zijn de gevolgen van osteopenie?
Osteopenie en osteoporose zorgen op zichzelf niet voor symptomen, pijn of klachten. Botontkalking is een ‘sluipende’ aandoening die je botmassa verzwakt zonder dat je er iets van voelt. De gevolgen van osteopenie kunnen echter erg ingrijpend zijn. Vaak worden osteopenie en osteoporose pas vastgesteld wanneer de eerste botbreuk of wervelverzakking al een feit is.
Je stoot tegen een tafel en breekt je pols, je maakt een domme val en belandt met een gebroken heup in het ziekenhuis of je krijgt plots last van rugklachten en begint meer en meer voorovergebogen te lopen. Bovendien is osteopenie niet omkeerbaar en genezen botbreuken vaak veel langzamer bij mensen met osteopenie.
Bestaat er een therapie tegen osteopenie?
Diagnose
Als je vermoedt dat je geplaagd wordt door osteopenie laat je best een DXA-meting uitvoeren. Tijdens dit eenvoudig onderzoek – ook wel botdensitometrie of botmeting genoemd – meet men je botmassa en de hoeveelheid calcium in je beenderen met behulp van röntgenstralen. De dichtheid van je bot wordt dan uitgedrukt in een T-score.
Met een T-score:
- tussen +1 en -1 heb je een normale en gezonde botdichtheid
- tussen -1 en -2,5 val je in de categorie ‘osteopenie’
- die lager is dan -2,5 krijg je de diagnose ‘osteoporose’
Behandeling
Osteopenie en osteoporose zijn niet omkeerbaar en kunnen niet genezen worden. Maar dat wil niet zeggen dat osteopenie per definitie het einde van een actief leven hoeft te betekenen. Het is wel degelijk mogelijk de symptomen te bestrijden en de afbraak van het bot een halt toe te roepen.
In bepaalde gevallen zal de arts bij osteopenie opteren voor een injectie met bifosfonaten, in andere voor therapie met hormonale substitutiebehandelingen. Die kunnen ervoor zorgen dat de aandoening niet verergert, maar deze behandelingen tegen osteoporose hebben soms ook minder prettige nevenwerkingen.
Vijf tips om osteopenie te voorkomen
- Beweging
Om te zorgen dat de osteopenie zich niet verder doorzet is het cruciaal regelmatig en genoeg te bewegen. Wandelen is bijvoorbeeld ideaal. Daarbij geldt: beter een half uur per dag dan een keer per week verschillende uren. - Calcium
Genoeg calcium in je voeding is onontbeerlijk voor een sterk skelet. De gemakkelijkste manier om genoeg calcium op te nemen is door veel zuivelproducten op het menu te zetten, maar er zijn ook andere calciumrijke voedingsbronnen zoals peulvruchten, noten en groene groenten. - Vitamine D
Om te zorgen dat calcium goed door het lichaam kan worden opgenomen is het belangrijk dat je over genoeg vitamine D beschikt. Dat maak je vooral aan onder invloed van zonlicht. - Valpreventie
Om breuken te vermijden is het een goed idee de risico’s op een valpartij zo klein mogelijk te houden. Bijvoorbeeld door een wandelstok of een looprek te gebruiken, losliggende kabels en tapijten weg te werken of te zorgen voor een betere verlichting. - Aanvullende voedingssupplementen
Vaak is het een goed idee je dagelijks dieet aan te vullen met een supplement zoals Calcium D EG om te zorgen dat je genoeg calcium binnenkrijgt. Met een dosis van 500 mg calcium blijf je veilig onder de dagelijkse bovengrens van 2500 mg. Zo’n supplement bevat meteen ook vitamine D, dat nodig is om calcium in het lichaam op te nemen. Aarzel niet om raad te vragen aan je arts of apotheker!
Bron1: Hoge Gezondheidsraad – Voedingsaanbevelingen voor België – 2016 – September 2016 – HGR NR. 9285